Inloggen

Wachtwoord vergeten? Klik hier >
DE GEVESTIGDE MEDISCHE ORDE VS. DE WAARHEID

Door: xynyx | Datum: 13-07-2009 | Laatst gewijzigd: 02-08-2009 | Gezondheid

Boekfragment

Door Kary Mullis

Penthouse, sept. 1998


Dr. Mullis ontving in 1993 de Nobelprijs voor Chemie. Dit artikel is een fragment uit zijn nog te verschijnen boek ' Dancing Naked in the Mind Field' dat door Pantheon zal worden uitgegeven.

T
oen ik in 1984 voor het eerst hoorde dat Luc Montagnier van het Pasteur Instituut in Frankrijk en Robert Gallo van het Nationaal Instituut voor Volksgezondheid (NIH) in Amerika onafhankelijk van elkaar hadden ontdekt dat het HIV retrovirus - human immunodeficiency virus (menselijk immuundeficiëntievirus) - de veroorzaker van AIDS was, heb ik dat gewoon als het zoveelste wetenschappelijke feit aangenomen. Het viel een beetje buiten mijn biochemisch vakgebied en deze mannen waren deskundigen op het gebied van retrovirussen.

Vier jaar later werkte ik als adviseur bij de Specialty Labs in Santa Monica. Specialty probeerde een methode te ontwikkelen om retrovirussen op te sporen in de duizenden bloeddonaties die het Rode Kruis per dag binnenkrijgt, door gebruik te maken van PCR (polymerase chain reaction of polymerase-kettingreactie, een manier om snel een gewenst DNA-fragment dat deel uitmaakt van een complex DNA-mengsel te isoleren en massaal te vermenigvuldigen, die door Kary Mullis werd ontdekt). Ik was een voortgangsrapport voor de projectsponsor aan het schrijven en begon met de verklaring 'HIV is mogelijk de oorzaak van AIDS.'

Ik vroeg aan een viroloog bij Specialty waar ik de referentie naar HIV als veroorzaker van AIDS kon vinden.

'Je hebt geen referentie nodig, ' zei hij, 'iedereen weet dat toch.'

'Maar ik wil een referentie kunnen citeren.' Ik schaamde me een beetje omdat ik de bron van zo'n belangrijke ontdekking niet kende. Iedereen leek die wel te kennen.

'Waarom citeer je niet uit het CDC-rapport?' stelde hij voor en gaf me een exemplaar van het periodiek rapport met ziekte- en sterftecijfers van de Amerikaanse Centra voor Ziektebeheersing. Ik heb het gelezen. Het was geen wetenschappelijk artikel. Er stond gewoonweg dat er een organisme was gesignaleerd - maar er stond niet bij hoe. Het verzocht dokters te rapporteren als patiënten bepaalde symptomen vertoonden en hen dan op antilichamen tegen dit organisme te controleren. Het rapport verwees niet naar het originele wetenschappelijke werk, maar dat verbaasde me niets. Het was voor artsen bedoeld, die de informatiebron niet behoeften te weten. Artsen gingen ervan uit dat als de CDC ervan overtuigd was, er ergens keihard bewijs moest zijn dat HIV de oorzaak van AIDS was.

Een gedegen wetenschappelijke referentie is doorgaans een artikel dat in een betrouwbaar wetenschappelijk vaktijdschrift werd gepubliceerd. Vandaag de dag worden die vaktijdschriften op glad, glossy papier gedrukt met plaatjes op de voorkant en tientallen advertenties, een hoop redactioneel materiaal van beroepsjournalisten en een paar plaatjes met dames die spullen voor laboratoria aan de man proberen te brengen. De adverteerders zijn bedrijven die dingen voor wetenschappers produceren die ze kunnen kopen en ondernemingen die medicijnen produceren die dokters kunnen verkopen. Er is dus geen enkel vaktijdschrift zonder connecties met bedrijven.

Wetenschappers dienen artikelen in om verslag uit te brengen over het werk dat ze doen. Artikelen over hun werk schrijven en die laten publiceren is van cruciaal belang voor hun wetenschappelijke carrière en zonder deze artikelen in vooraanstaande vaktijdschriften verliezen ze hun status. De artikelen mogen niet worden aangeboden totdat experimenten die de conclusies staven zijn afgerond en geanalyseerd. In vooraanstaande vaktijdschriften moet ieder afzonderlijk experimenteel detail hetzij direct of via een referentie benoemd worden, zodat anderen de handelingen exact kunnen herhalen en kunnen uitzoeken of hun resultaat hetzelfde is. Is dit niet het geval, dan wordt dit gerapporteerd en moet het geschil uiteindelijk worden opgelost zo dat we - als we vanaf hier willen verder werken - ook exact weten waar dat 'hier' is. De meest betrouwbare vaktijdschriften worden gearbitreerd. Nadat u een artikel hebt ingediend, sturen de redacteuren kopieën ervan ter beoordeling naar een paar van uw collega's. Zij worden dan vakreferenten. De redacteuren worden voor hun werk bij het journaal betaald, maar uw collega's niet. Het werk dat ze doen geeft ze echter macht, iets waar de meesten wel van houden.

Ik heb wat gegoogeld, maar zowel Montagnier als Gallo, of iemand anders, had artikelen gepubliceerd waarin experimenten worden beschreven die leiden tot de conclusie dat HIV mogelijk AIDS veroorzaakte. Ik las artikelen in Science waardoor ze heel bekend waren geworden als AIDS dokters, maar het enige dat ze zeiden was dat ze bewijs hadden gevonden van een eerdere infectie veroorzaakt door iets wat waarschijnlijk HIV in enkele AIDS patiënten was. Ze hadden antilichamen gevonden. Antilichamen zijn virussen die altijd werden beschouwd als het bewijs van een vroegere ziekte, maar vertegenwoordigen de ziekte niet. Antilichamen duiden erop dat het virus verslagen is. De patiënt had zichzelf gered. Deze artikelen bevatten echter geen enkele indicatie dat dit virus een ziekte veroorzaakte. Ze toonden niet aan dat iedereen met antilichamen de ziekte had. In feite hadden ze enkele gezonde mensen met antilichamen gevonden.

Als Montagnier en Gallo niet daadwerkelijk dit bewijs hadden gevonden, waarom was hun werk dan gepubliceerd en waarom hadden ze zo hard gevochten om met de eer van deze ontdekking te kunnen strijken? Er had zich een internationaal incident voorgedaan waarbij Robert Gallo van het Nationaal Instituut voor Volksgezondheid in Amerika (NIH) beweerde dat zijn eigen laboratorium er niet in was geslaagd het virus te kweken uit het monster dat Luc Montagnier uit Paris hem had gezonden. Het virus dat hij wel wist te kweken, zo zei hij, kwam voort uit monsters die hij zelf bij vermeende AIDS patiënten had verzameld. Op basis van deze monsters had Gallo de AIDS test gepatenteerd waarna het Pasteur Instituut hem voor de rechter had gedaagd. Pasteur heeft de zaak uiteindelijk gewonnen maar in 1989 was er nog een impasse en dus deelden ze de winst.

Ik had zo mijn reserves om te schrijven 'HIV is de mogelijke oorzaak van AIDS' totdat ik over gepubliceerde bewijzen kon beschikken die deze stelling staven. Mijn stelling hield ik zo beperkt mogelijk. In mijn voortgangsrapport probeerde ik niet te beweren dat het absoluut de veroorzaker van AIDS was, maar probeerde eigenlijk te zeggen dat het waarschijnlijk de oorzaak was om een paar bekende redenen. Tienduizenden wetenschappers en onderzoekers besteedden ieder jaar weer miljoenen dollars aan onderzoek op basis van dit denkbeeld. De reden daartoe moest ergens te vinden zijn, anders zouden deze mensen hun onderzoek niet tot slechts één geringe onderzoeksrichting hebben beperkt.

Ik had op talrijke bijeenkomsten lezingen over PCR gegeven. Daar waren altijd mensen die het over HIV hadden. Ik vroeg ze dan hoe ze wisten dat HIV de oorzaak was van AIDS. Iedereen zei dan weer wat anders maar had het antwoord thuis of op kantoor ergens in een of andere la liggen. Ze wisten het allemaal en zouden me de artikelen sturen zodra ze weer thuis waren. Maar ik kreeg nooit iets binnen. Niemand heeft me ooit het nieuws gestuurd waarin verkondigd werd hoe AIDS door HIV veroorzaakt werd.

Uiteindelijk kreeg ik de gelegenheid Dr. Montagnier zelf naar de referentie te vragen toen hij een lezing gaf in San Diego tijdens de officiële opening van het AIDS Research Center van de University of California San Diego (UCSD), waarvan Dr. Flossie Wong-Staal, Bob Gallo's vroegere onderzoekspartner, nog steeds de leiding heeft. Dat was ook meteen de laatste keer dat ik mijn vraag stelde zonder boos te worden. In antwoord op mijn vraag suggereerde Dr. Montagnier: 'Waarom verwijst u niet naar het CDC rapport?'.

'Dat heb ik gelezen,' zei ik. 'Maar daarin wordt toch niet echt het vraagstuk of HIV wel of niet de mogelijke oorzaak van AIDS is aan de orde gesteld?'

Hij was het met me eens. Dat was knap irritant. Als Montagnier het antwoord niet wist, wie verdikkie dan wel?

Op een avond reed ik van Berkeley naar La Jolla toen ik een interview met Peter Duesberg, een vooraanstaand viroloog bij Berkeley, op National Public Radio hoorde. Ik begreep eindelijk waarom het me zo veel moeite kostte referenties te vinden die HIV met AIDS in verband brengen. Er waren er geen, zei Duesberg. Niemand had ooit bewezen dat HIV de veroorzaker van AIDS is. Het interview duurde ongeveer een uur. Ik zette mijn auto aan de kant van de weg want ik wilde er niets van missen.

Ik kende Peter van toen ik postdoctoraal student bij Berkeley was. Hij werd beschreven als een zeer briljant geleerde die een bepaalde mutatie naar een enkelvoudige nucleotide (organische verbinding van fosforzuur, koolhydraat en purine- of pyrimidinebase, als basis voor nucleïnezuren) in kaart had gebracht, voor iets dat uiteindelijk bekend werd als een oncogen (gezwellen veroorzakend gen). In de jaren 60 van de vorige eeuw was dat een knap stukje werk. Peter bleef doorwerken aan de theorie dat oncogenen wellicht door virussen in het menselijk lichaam worden gebracht en kanker veroorzaken. Dat idee sloeg aan en werd een serieuze theoretische drijfveer voor onderzoek dat werd gesubsidieerd onder de nogal ongelukkig gekozen naam 'War on Cancer' (oorlog tegen kanker). Peter werd benoemd tot Californië's Wetenschapper van het Jaar.

Hij was echter geenszins van plan op zijn lauweren te gaan rusten en verbrandde ze. Hij trof onvolkomenheden in zijn eigen theorie aan en verkondigde zijn nogal verbaasde collega's die eraan werkten e.e.a. aan te tonen dat het hoogst onwaarschijnlijk was. Als ze kanker wilden genezen, moesten ze hun onderzoek een andere richting uitsturen. Ze bleven nog tien jaar tevergeefs onderzoek naar de viraal-oncogen hypothese doen, hetzij omdat ze er meer in geïnteresseerd waren hun eigen armoede te verhelpen in plaats van kanker te genezen, of omdat ze gewoon hun eigen fout niet wilden erkennen. En ze leken de ironie daarvan totaal niet in te zien. Hoe gefrustreerder ze werden hoe meer ze Peter Duesberg straften voor het feit dat hij zijn eigen theorie en hun onverstandige gedrag in twijfel trok. De meesten van hen waren behendig geworden in het verkrijgen van overheidssubsidies, mensen in te huren om onderzoek te doen en artikelen te schrijven die meestal eindigden met de opmerking dat vervolgonderzoek op dezelfde lijn noodzakelijk was, het liefst nog door hen zelf maar betaald door een ander. Bob Gallo was een van die mensen.

Hij was bevriend geweest met Peter. Ze hadden op dezelfde afdeling bij het Amerikaans Nationaal Kanker Instituut gewerkt. Van de duizenden geleerden die er vergeefs aan hadden gewerkt een causale rol in kanker aan een virus toe te kennen, was Bob de enige die in een overijverige bui verkondigde daarin te zijn geslaagd. Niemand schonk hier aandacht aan, want het enige wat hij had aangetoond was een anekdotische en zeer zwakke samenhang tussen antilichamen met een onschuldig retrovirus - dat hij H.T.L.V. I noemde - en een bijzondere kankersoort die met name op twee van de zuidelijke eilanden van Japan voorkwam.

Ondanks het gebrek aan roem als geleerde, werkte Gallo zich omhoog in de machtstructuur. Peter Duesberg werkte zich echter naar beneden, ondanks zijn briljante werk. Tegen de tijd dat AIDS de kop op stak, werd Bob Gallo door Margaret Heckler benaderd toen President Reagan besloot dat hij genoeg had van de vele demonstrerende homoseksuelen voor het Witte Huis. Margaret was Amerika's Secretaris van Gezondheid, Onderwijs en Welzijn en daarmee de topvrouw bij het NIH. Bob Gallo beschikte over een monster van een virus dat Luc Montagnier had aangetroffen in de lymfklier van een homoseksuele binnenhuisarchitect in Parijs die AIDS had. Montagnier had het ter evaluatie naar Gallo gezonden en Bob had het zich toegeëigend om zijn eigen carrière te ondersteunen.

Margaret belegde een persconferentie waar zij Dr. Robert Gallo introduceerde, die op gladde wijze zijn halfronde zonnebril afdeed en aan de wereldpers verkondigde: 'Heren, we hebben de oorzaak van AIDS gevonden!'. En dat was alles. Gallo en Heckler voorspelden dat er binnen een paar jaar een vaccin en geneesmiddel beschikbaar zou zijn. Dat was het jaar 1984.

Alle oude virusjagers van het Amerikaans Nationaal Kanker Instituut deden een nieuw bordje op hun deur en werden AIDS-onderzoekers. Om te beginnen stelde Reagan ongeveer een miljard dollar beschikbaar en plotseling had iedereen die claimde een of andere medische wetenschapper te zijn en even niets om handen te hebben een volledige dagtaak. Die hebben ze nog steeds.

Een internationale commissie noemde het virus het Human Immunodeficiency Virus (menselijk immuundeficiëntievirus) in een poging het conflict rond het eigendomsrecht tussen Gallo en Montagnier op te lossen, die het allebei een andere naam hadden gegeven. Het was een kortzichtige fout het virus de naam HIV mee te geven, wat iedere gedachtegang omtrent onderzoek naar de causale samenhang tussen het Acquired Immuno-Deficiency Syndrome (verworven immunodeficiëntiesyndroom, oftewel AIDS) en het Human Immunodeficiency Virus (HIV) overbodig maakte.

Vanaf de zijlijn wees Duesberg in de Proceedings of the National Academy of Sciences terecht op het feit dat er geen grondig bewijs was dat het nieuwe virus impliceerde. Men negeerde hem. Redacteuren wezen zijn manuscripten af en commissies, waarin zijn collega's zitting hadden, begonnen zich af te vragen of zijn onderzoek nog wel gesubsidieerd zou moeten worden. Uiteindelijk besloot een commissie waarvan Flossie Wong-Staal - die openlijk met Duesberg ruziede - deel uitmaakte om Peter niet langer zijn Distinguished Investigator Award toe te kennen, wat beschouwd moet worden als een uitermate arrogante manier van negeren van wetenschappelijk eigendom. Zijn onderzoeksfondsen werden compleet stopgezet. Door hem op deze manier uit te schakelen, vormde hij een minder grote bedreiging voor de groeiende gevestigde orde rond AIDS. Hij werd niet langer meer uitgenodigd om lezingen tijdens bijeenkomsten van zijn vroegere collega's te houden.

We leven met een ontelbaar aantal retrovirussen. Ze bevinden zich overal en zijn er waarschijnlijk al net zo lang als de mensheid bestaat. Ze zitten in ons genoom (het geheel van alle genen). We krijgen er verschillende via onze moeders in de vorm van nieuwe virussen - infectieuze virale deeltjes die van de moeder naar de foetus kunnen worden overgedragen. Weer andere krijgen we van beide ouders, samen met onze genen. We hebben residente ketens in ons genoom die retroviraal zijn. Dit houdt in dat we soms onze eigen retrovirale deeltjes kunnen aanmaken en dit ook doen. Sommige lijken misschien op HIV, maar niemand heeft aangetoond dat ze ooit iemand hebben gedood.

Ze moeten een bepaalde functie hebben; een behoorlijk deel van ons genoom bestaat uit menselijke endogene (van binnenuit ontstane) retrovirale ketens. Er zijn wetenschappers die beweren dat we onbruikbaar DNA bij ons dragen, maar die hebben het verkeerd. Als er iets in onze genen zit, dan heeft dat een reden. We laten geen dingen in ons groeien. Ik heb getracht irrelevante genketens in iets eenvoudigs als een bacterie over te brengen. Als het geen bepaald doel dient, stoten bacteriën het direct af. Ik ga ervan uit dat mijn lichaam minstens zo slim is als een bacterie wanneer het op zaken als DNA aankomt.

HIV kwam niet plotseling uit de regenwouden of Haïti opzetten. Het kwam gewoon uit de handen van Bob Gallo toen hij een nieuwe carrière nodig had. Het is er altijd al geweest. Zodra je stopt er alleen maar in de straten van grote steden naar te zoeken, merk je dat het overal in zekere mate voorkomt.

Als HIV er altijd al is geweest en van moeder op kind wordt overgedragen, zou het dan niet logischer zijn de antilichamen te testen bij de moeders van personen die hiv-positief zijn, met name als die personen geen teken van ziekte vertonen?

Probeer je een kind in hartje Amerika voor te stellen. Hij droomt er zijn hele leven al van bij de Luchtmacht te gaan en straaljagerpiloot te worden zodra hij is afgestudeerd. Hij heeft nooit drugs gebruikt en heeft al vanaf de middelbare school hetzelfde lieve vriendinnetje, met wie hij op den duur graag wil trouwen. Zonder dat hij of iemand anders het ook maar vermoedt, heeft ook hij antilichamen tegen HIV in zijn bloed, die hij van zijn moeder - die nog leeft - heeft meegekregen toen hij nog in haar baarmoeder zat. Hij is een kerngezonde jongen en heeft nergens last van, maar bij een routineonderzoek door de Luchtmacht wordt hij op HIV getest. Zijn hoop en dromen zijn in duigen gevallen. Hij wordt niet alleen door de Luchtmacht geweerd, maar heeft ook zijn doodvonnis gekregen.

Het Amerikaans Centrum voor Ziektebeheersing (CDC) heeft vastgesteld dat AIDS één van de meer dan 30 ziektes is die een positief resultaat geven bij een test die antilichamen tegen HIV aan het licht brengt. Maar diezelfde ziektes worden niet als AIDS-gevallen beschouwd wanneer er geen antilichamen worden ontdekt. Als bijvoorbeeld een hiv-positieve vrouw baarmoederkanker krijgt, wordt ervan uitgegaan dat ze AIDS heeft. Is ze niet hiv-positief, dan heeft ze simpelweg baarmoederkanker. Een hiv-positieve man met tuberculose heeft AIDS maar als hij negatief getest is, heeft hij gewoon tuberculose. Als hij in Kenya of Colombia woont - waar de test voor HIV-antilichamen te duur is - wordt er zonder meer vanuit gegaan dat hij antilichamen en dus AIDS heeft, zodat hij in de kliniek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) behandeld kan worden. Op sommige locaties is dat de enige medische hulp die voorhanden is. En het is gratis omdat de landen die de WGO steunen zich zorgen maken om AIDS. Vanuit het oogpunt van uitbreiding van medische faciliteiten in gebieden met een arme bevolking is AIDS een zegen geweest. We vergiftigen ze niet met het anti-HIV drug azidothymidine (AZT) zoals we bij onze eigen mensen doen, omdat het te duur is. We leggen een verband aan om de snede van een kapmes op hun linkerknie en noemen dat AIDS.

De CDC blijft nieuwe ziektes toevoegen aan de hoofddefinitie van AIDS. De CDC heeft in feite met de boeken geknoeid, zodat het lijkt alsof de ziekte zich nog steeds aan het verspreiden is. Zo heeft de CDC in 1993 haar definitie van AIDS enorm uitgebreid. Dit werd door de districtsgezondheidsdiensten gretig aanvaard, die ieder jaar uit hoofde van de Ryan White Comprehensive AIDS Resources Emergency (CARE) Act - een wet om medische zorg te verlenen aan Aidspatiënten die zich dat niet financieel kunnen veroorloven - USD 2.500 van de federale regering ontvangen voor ieder AIDS-geval dat zij melden.

In 1634 was Galileo Galilei gedurende de laatste acht jaar van zijn leven tot huisarrest veroordeeld, omdat hij geschreven had dat de Aarde niet het centrum van het heelal vormde maar om de zon draaide. Omdat hij volhield dat wetenschappelijke beweringen niets met geloofsovertuiging te maken had, werd hij van ketterij beschuldigd. In de verre toekomst, zullen mensen die terugblikken op het feit dat wij de HIV-theorie over AIDS geaccepteerd hebben ons net zo dwaas vinden als wij de leiders vinden die Galileo in de kerkban deden. Wetenschap zoals die vandaag de dag beoefend wordt, is grotendeels helemaal geen wetenschap. Dat wat mensen wetenschap noemen is waarschijnlijk praktisch hetzelfde als wat in 1634 wetenschap werd genoemd. Galileo moest zijn beweringen herroepen of hij zou van de kerk worden uitgesloten. Mensen weigeren te accepteren dat de geboden van de gevestigde AIDS orde in feite hetzelfde verkondigen: 'Als je niet accepteert wat we zeggen, lig je eruit.'

Het was een grote teleurstelling dat zo veel wetenschappers absoluut weigerden het beschikbare bewijs op een neutrale, onpartijdige manier te onderzoeken. Diverse respectabele wetenschappelijke vaktijdschriften weigerden een verklaring van de Group for the Scientific Reappraisal of the H.I.V./AIDS Hypothesis, met het simpele verzoek om 'grondige herbeoordeling van het bestaande bewijs voor en tegen deze hypothese' in het blad op te nemen.

Ik heb voor het eerst in het openbaar over dit vraagstuk gesproken tijdens een bijeenkomst van de American Association for Clinical Chemists in San Diego. Ik wist dat ik me daar onder vrienden bevond. Het was een klein stukje van een veel langere lezing - ik sprak niet meer dan een kwartier over AIDS. Ik vertelde het publiek dat mijn nieuwsgierigheid was gewekt door het feit dat ik er maar niet in slaagde een eenvoudige referentie te vinden.

Hoe meer ik erover te weten kwam, hoe meer ik openlijk mijn mening verkondigde. Als geleerde met een gevoel voor verantwoordelijkheid, die ervan overtuigd is dat mensen worden gedood door een waardeloos medicijn, kon ik niet zwijgen.

De reacties die ik van mijn collega's kreeg varieerden van gematigde acceptatie tot ronduit venijn. Toen ik werd uitgenodigd een lezing over PCR te houden bij de European Federation of Clinical Investigation in Toledo, Spanje, vertelde ik hen dat ik eigenlijk liever over HIV en AIDS zou willen spreken. Ik denk dat ze niet doorhadden waar ze zich mee inlieten toen ze akkoord gingen. Halverwege mijn lezing werd ik door de voorzitter van het genootschap onderbroken. Hij stelde voor dat ik wat vragen van het publiek zou beantwoorden. Ik vond het buitengewoon grof en ongepast dat hij me had onderbroken, maar wat kon het me schelen, ik zou vragen beantwoorden. Hij nodigde het publiek uit vragen te stellen en besloot vervolgens zelf de eerste te stellen. Realiseerde ik me wel dat ik onverantwoordelijk bezig was? Dat mensen die naar mij luisterden misschien geen condooms meer zouden gaan gebruiken? Ik antwoordde dat vrij betrouwbare statistieken van de CDC hadden aangetoond dat in de Verenigde Staten alleen al het aantal gerapporteerde gevallen van iedere SOA die bekend is aan het stijgen was, wat erop duidde dat mensen geen condooms gebruikten, terwijl op basis van de oorspronkelijke definitie van AIDS het aantal gerapporteerde gevallen van AIDS daalde. Dus nee, ik realiseerde me niet dat ik onverantwoordelijk bezig was. Hij besloot dat er voldoende vragen waren gesteld en maakte onmiddellijk een eind aan de bijeenkomst.

Telkens wanneer ik een lezing over dit vraagstuk houd, komt steevast de vraag naar voren: 'Als HIV niet de oorzaak van AIDS is, wat is het dan wel?' Het antwoord is dat ik het antwoord daarop niet heb, net zo min als Gallo of Montagnier dat weten. Wetende dat er geen bewijs is dat HIV AIDS veroorzaakt, maakt mij nog geen deskundige ten aanzien van wat dat dan wel doet. Het staat buiten kijf dat als een persoon met veel personen zeer intiem contact heeft, het aantal besmettelijke organismen waartegen het immuunsysteem van deze persoon moet vechten hoog zal zijn. Als iemand 300 seksuele contacten per jaar heeft - met personen die op hun beurt 300 contacten per jaar hebben - is er 90.000 keer meer kans op infecties dan bij iemand die een vaste relatie met één persoon heeft.

Stel je het immuunsysteem voor als een kameel. Wanneer een kameel overbelast wordt, zakt hij in elkaar. In de jaren 70 van de vorige eeuw was er een aanzienlijk aantal zeer mobiele mannen die willekeurige seksuele relaties onderhielden met veelvuldige uitwisseling van lichaamsvloeistoffen, die er een snelle levenstijl op nahielden en drugs gebruikten. Het was heel goed mogelijk dat een homoseksueel in de grote stad aan zo'n beetje ieder besmettelijk organisme werd blootgesteld dat op mensen voorkwam. Als je een methode zou moeten ontwikkelen om iedere besmettelijke agens ter wereld te verzamelen, zou je badhuizen moeten bouwen en mensen die van veel gezelschap houden moeten aansporen daar gebruik van te maken. Het immuunsysteem zal blijven vechten, maar uitgeput raken door de grote aantallen.

Het wetenschappelijk vraagstuk raakt in conflict met moraliteit. Hetgeen ik hierboven beschreven heb, heeft echter niets met moraliteit te maken. Het is niet 'de wraak van God' of zo iets absurds. Een deel van onze maatschappij experimenteerde met een levensstijl en dat pakte niet goed uit. Ze werden ziek. Een ander deel van onze pluralistische maatschappij, noem ze medische/wetenschappelijke vluchtelingen van de mislukte Oorlog tegen Kanker, of noem ze gewoon professionele jakhalzen, ontdekten dat het wel werkte. Het werkte voor hen. Ze zijn nog steeds druk bezig hun nieuwe BMW's met ùw geld af te betalen.

Ik werd door het farmaceutisch bedrijf Glaxo uitgenodigd een lezing tijdens een conferentie te houden. In 1993 schreven ze me een brief met het verzoek een lezing te houden tijdens het symposiumbanket in november 1994. Als me dat niet uitkwam, wilden ze me graag uitnodigen voor het banket in november 1995. Dr. John Partridge, manager van de Chemical Development Division, had me niet persoonlijk ontmoet maar wel over een lezing gehoord die ik in 1991 bij het Gordon Research Conference had gegeven die, zo zei hij, 'de meest geprezen lezing was waarover ik mijn academische en industriële collega's ooit heb horen spreken'.

Hij was op zoek naar 'uiterst mondige wetenschappers die de biochemische en medische disciplines overbruggen en regelmatig 'out of the box' denken'.

Nou, dat deed ik zeker.

Dr. Partridge schreef me dat hij graag mijn reis- en verblijfkosten wilde vergoeden en bood tevens een honorarium van USD 1.500.

Ik vond dat wel goed klinken maar bedacht me dat Glaxo wel wat meer kon betalen. Wat deze uitnodiging voor mij met name interessant maakte was het feit dat Glaxo de grootste medicijnfabrikant ter wereld is en een van hun winstgevende medicijnen het cellulaire gif AZT is, dat tegen AIDS gebruikt wordt. Het doodt cellen zoals chemotherapie dat bij kanker doet. Het voorkomt dat ze reproduceren door ze ervan te weerhouden nieuw DNA aan te maken. Het doodt ook. Bij kanker is er in ieder geval een grondreden om cytostatica te gebruiken, ofschoon ik zelf nooit chemotherapie zou willen ondergaan, kanker of geen kanker. Maar het valt als volgt te verklaren.

Ik denk dat het een oude behandelingswijze is die ze tegen syfilis gebruikten: arsenicum. Syfilis kan dodelijk zijn en arsenicum kan dodelijk zijn, maar misschien dat het arsenicum eerst de syfilis doodt, dan blijft u leven en kunt u weer gewoon uw gang blijven gaan. Het gebruik van giftige cytostatica bij kanker vindt op dezelfde manier plaats. De kanker zal u ongetwijfeld doden. De chemotherapie is ook dodelijk, maar misschien doodt het de kankercellen voordat het u doodt. Het is een gok. We geven u net genoeg om u te doden en hopen dat het genoeg is om de kankercellen te doden. Persoonlijk zou ik ervoor bedanken. Ik heb geen medicijnen nodig die haaruitval teweegbrengen. Maar wat maakt het uit, als iemand die gok wil wagen, zit er een zekere logica achter. Het is geen lolletje. Je doet het niet omdat je hoofdpijn hebt. Maar iemand zou het misschien willen proberen als dat het enige alternatief is omdat je anders jong zou sterven en je kinderen niet ziet opgroeien. Bepaalde mensen herstellen van kanker zelfs nadat ze chemotherapie hebben ondergaan.

Wat AIDS betreft, nam diezelfde strategie een diabolische wending. Misschien dat AIDS je doodt, maar AZT doet dat misschien ook. Je wordt er in ieder geval ziek van. Het voorkomt een toename in snelgroeiende cellen in je lichaam, waaronder de CD-4 afweercellen waarvan je dokter vindt dat je die zeker nu hard nodig zult hebben. Het doodt misschien het HIV. Dat gebeurde uiteindelijk in de petrischaaltjes. Maar het zal u niet genezen. Het heeft u misschien al schade berokkend, wat dat ook moge zijn. Het compleet ontbreken van HIV in uw lichaam, zelfs als dat zou lukken, geneest u misschien niet van AIDS. Niemand met AIDS is ooit beter geworden, ofschoon ze wel van HIV hersteld zijn. En we geven u niet een beperkte dosis zoals we met chemotherapie tegen kanker doen, waarbij we erop gokken dat we, zelfs als we u pijn doen, de kanker nog meer pijn doen en dat u daardoor langer leeft. Bij AIDS gokken we niet. Niemand is ooit van AIDS genezen. We kunnen niet verwachten dat u misschien hersteld. We gaan u vragen dit gif te slikken totdat u sterft.

Zo'n half miljoen mensen gingen ervoor. Niemand werd ooit genezen. De meesten zijn dood. De anderen nemen nu ook nog een ander medicijn in, een 'protease inhibitor'. Wie weet wat dat doet? De fabrikanten wisten het niet toen ze met de verkoop ervan begonnen. Het Amerikaanse voedselagentschap FDA eiste niet van hen dat ze aantoonden dat het AIDS zou genezen en de patiënt niet zou doden, net zo min als ze dat bij AZT hebben geëist. Ze wilden alleen een surrogaat doel bereiken. Een surrogaat doel houdt in dat iets waarvan we denken dat het met de ziekte in kwestie te maken heeft door het medicijn misschien verbetert, zoals het aantal CD-4 cellen, wat dat ook zijn. Het is een manier om te omzeilen dat een medicijn effectief moet zijn om de ziekte waarvoor het bestemd is te kunnen genezen voordat het überhaupt verkocht mag worden. Die surrogaat-doel onzin is een teken dat onze FDA niet langer in onze behoeften voorziet. Tenminste, het voorziet niet in onze behoeften tenzij we aandelen in de farmaceutische industrie bezitten en geen zak om de gezondheidszorg geven.

Ik vond het interessant om een seminar over dit soort zaken te geven voor de wetenschappers die zich in Noord-Carolina bij Glaxo - voorheen Burroughs Wellcome - en bij de Universiteit van Noord-Carolina in naam van Frontiers in Chemistry and Medicine (grenzen der chemie en geneeskunde) verzamelden. Ik bedacht me dat deze techniek van mensen doden met een medicijn dat hen op praktisch dezelfde manier zal doden als de ziekte waaraan ze reeds lijden, maar dan wat sneller, zich echt aan de grens van de geneeskunde bevond. Tijdens eerdere interviews en seminars had ik gezegd dat ik vond dat AZT niet alleen waardeloos was in de strijd tegen AIDS, maar in feite mensen vergiftigde. Een grootschalig medisch onderzoek in Europa - het zogenaamde Concorde-onderzoek - had dit aangetoond. AZT was waardeloos tegen AIDS en zelfs schadelijk voor gezonde mensen. Deze conclusie werd gesteld ondanks het feit dat het onderzoek door Glaxo zwaar gefinancierd werd.

Ik vroeg me af of deze mensen wel wisten wat ik van hun product vond toen ze me een uitnodiging zonden. Ik deelde Dr. Partridge mee dat ik met genoegen hun uitnodiging zou accepteren als ze bereid waren mijn vergoedingen iets te verhogen. Op 26 januari 1994 ontving ik een brief van M. Ross Johnson, vice-president van de chemiedivisie. Zij waren verheugd dat ik hun uitnodiging had geaccepteerd en schreven dat ze me twee eersteklas vliegtickets zouden sturen, mijn verblijfkosten zouden vergoeden en boden een honorarium van USD 3.000. Tenslotte vroeg hij me nog naar de titel van mijn presentatie tijdens het banket.

Tot nu toe was alles goed gegaan. In mijn antwoord legde ik uit dat ik van plan was een lezing te houden over een onderwerp waar de totale wetenschappelijke gemeenschap zich enorme zorgen om zou moeten maken. Ik zou een lezing houden over het feit dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat HIV de mogelijke oorzaak van AIDS is en dat ik van mening ben dat mensen die AZT slikken vergiftigd worden.

Op 14 oktober 1994, één maand voor de bijeenkomst, ontving ik wederom een brief van Glaxo - dit keer van Gardiner F. H. Smith. Zonder titel. Het speet hem enorm mij te moeten meedelen dat zij niet langer ruimte hadden voor mijn presentatie. Hij zei dat ze mij een cheque van USD 1.000 zouden zenden ter vergoeding van het ongerief.

Ik schreef hen de volgende brief:

Geachte heer Johnson,

Hierbij zend ik u een kopie van de uiterst oninformatieve brief van ene heer Gardiner Smith, met wie ik nog geen enkel contact heb gehad en met wie nog geen enkele briefwisseling heeft plaatsgevonden.

Zoals u weet, heb ik een uiterst drukbezette agenda en is het dus uitermate moeilijk voor mij op zo'n korte termijn nog iets anders te regelen. Als gevolg van mijn verplichtingen jegens Glaxo heb ik inkomsten uit andere potentiële engagementen afgewezen. Net zoals de heer Smith, spijt het mij ten zeerste dat uw onderneming gedwongen was tot 'een wijziging in structuur' - wat dat ook inhoudt voor de heer Smith - van 'de bovengenoemde bijeenkomst'.

Helaas heb ik in verband met deze reis afspraken gemaakt om diverse non-profit institutionele plechtigheden in het zuidoosten bij te wonen; verplichtingen die ik geenszins van plan ben om af te zeggen. Het feit dat uw onderneming zich niet, zoals de heer Smith mij plichtshalve meldde, aan de in uw (eerdere) correspondentie vastgelegde voorwaarden wenst te houden, betekent voor mij persoonlijk dus een aanzienlijke inkomstenderving en brengt onverwachte onkosten met zich mee.

Het door de heer Smith niet nader verklaarde aanbod van USD 1.000 ter vergoeding van mijn 'tijd en moeite' doet me nog meer afvragen wie die meneer Smith dan wel is en hoe hij denkt te kunnen beoordelen wat mijn tijd en moeite waard zouden zijn.

Ik begrijp niet waarvoor de heer Smith zich nu eigenlijk in zijn schrijven verontschuldigt, maar ik verwacht gaarne per direct, met of zonder nadere uitleg van een iets beleefdere en beter geïnformeerde vertegenwoordiger van Glaxo, een cheque ten bedrage van USD 6.048.

Ter informatie van de heer Smith: een eersteklas retourvlucht tussen San Diego een RaleighDurham voor twee personen komt op USD 3.048. Als u daarbij het door ons overeengekomen honorarium van USD 3.000 optelt, komt u op het bovengenoemde bedrag.

U geef u nog een ding in overweging, Dr. Johnson. Een aantal deelnemers van uw bijeenkomst zal waarschijnlijk commentaar hebben op het feit dat ik niet verschijn. U zult dan voorzichtig en exact aan het publiek moeten uitleggen waarom de heer Smith het nodig achtte mij mee te delen dat uw onderneming de vrijheid heeft genomen de bijeenkomst zo 'te herstructureren' dat er niet langer 'ruimte' was voor mijn presentatie. Ik heb niet de gewoonte openbare presentaties op zo'n korte termijn af te zeggen en ik wil deze reputatie door uw toedoen ook niet krijgen. Ik hoop dat u zich realiseert dat dit noch voor mij, noch voor Glaxo een onbeduidende zaak is.

Hoogachtend,

Dr. Kary B. Mullis

Op 30 november 1994 ontving ik wederom een brief van de heer Smith. Het was een kort briefje waarin stond dat hij een kopie van mijn schrijven aan Dr. Johnson had ontvangen. Bij de brief zat een cheque van Glaxo voor een bedrag van USD 6.048.

Dit was het hoogste bedrag dat ik ooit had verdiend zonder er iets voor te hoeven doen. Ik besefte me dat, door mijn toenemende reputatie verdeeldheid te zaaien, er wellicht veel groepen of personen zouden zijn die mijn lezingen niet op prijs stellen. Dat is uiteraard hun goed recht, maar als mensen zich onaangenaam voelen door naar bepaalde ideeën te luisteren, zouden ze er eigenlijk voor moeten betalen om ze niet te hoeven horen. Met dit in mijn achterhoofd, stelde ik het volgende aanbod op.

HEB DIA'S, MAAR KOM NIET

Dr. Kary B. Mullis zou graag met u en uw compagnons, uw vrienden, uw zonen en dochters willen praten. Is er iets wat u daartegen kunt doen?

JA … MAAR DAN MOET U ONMIDDELLIJK HANDELEN … SPECIALE AANBIEDING

In 1993 won Dr. Mullis de Nobelprijs Chemie en startte direct een wereldwijde toer van lezingen bij universiteiten, onderzoeksinstituten, conventies, middelbare scholen, bedrijven, gemeenschapsgroepen etc. Hij sprak zelfs 'Connect' aan - een gezamenlijk project van de University of California San Diego (UCSD) en de biotech-industrie van San Diego - op het strand vlak voor zijn eigen appartement, dat in de nationale pers beschreven werd als 'huurkamers vol met zijn verleidingsinstrumenten.'

Hij wordt doorgaans uitgenodigd om lezingen over de polymerase-kettingreactie te houden, maar zodra de lichten uitgaan en de dia's op het scherm verschijnen, dan….

John Martin, voorzitter van de European Society for Clinical Investigation, zei hierover in Nature: 'De enige dia's (of wat hij ook wel 'zijn kunst' noemde) die hij [Dr. Mullis] toonde waren foto's die hij van naakte vrouwen had gemaakt met gekleurde lichten die op hun lichamen werden geprojecteerd. Hij beschuldigde de wetenschap van universele corruptie en wijdverbreide vervalsing van gegevens om subsidies te verkrijgen. Tenslotte zette hij vraagtekens bij de integriteit van diverse befaamde wetenschappers, die actief zijn op het gebied van HIV. De raad van de European Society for Clinical Investigation zal Dr. Mullis voortaan niet meer uitnodigen voor bijeenkomsten.'

Heb je dit nu werkelijk nodig in je eigen gemeenschap? Natuurlijk niet.

En nu kunt u zich er tijdelijk van verzekeren dat Dr. Mullis nooit en te nimmer een lezing bij uw genootschap, school, onderzoekslab e.d. komt houden.

U kunt daar persoonlijk …. en op vertrouwelijke basis … voor zorg dragen.

Bel nu naar (mijn telefoonnummer) en vraag naar (mijn lieftallige assistente). Houd uw Visa of MasterCard gereed. Preventietarieven vanaf USD 500 per jaar gegarandeerd en progressief afhankelijk van de omvang en gevoeligheid van uw organisatie. U kunt om persoonlijke anonimiteit verzoeken of, voor maar USD 79,95 exclusief verzendkosten, zenden wij u een Special Service Award bedrukt met uw naam en een speciale inscriptie waarin uw oordeel, inzicht en onbaatzuchtige toewijding aan uw gemeenschap wordt geprezen. Inscripties op maat kosten iets mee, maar vormen een prachtig aandenken.

Profiteer van onze speciale 'Help een Vriend om Mullis Tegen te Houden'-aanbod als eerbetoon aan uw baas of een van uw compagnons. Bel voor nadere details. Aarzel niet. Slechts één aanbod voor totale bescherming per jaar beschikbaar per organisatie. Wees de eerste. Wees de wijste. Wees veilig.

Recentelijk achtte Glaxo Pharmaceuticals het noodzakelijk Dr. Mullis een cheque van USD 6.048 te sturen, simpelweg om te voorkomen dat hij een lezing op hun jaarlijkse Chemistry and Medicine bijeenkomst tijdens de Frontiers Conferentie in Chapel Hill, MC zou geven. Niemand bij Glaxo had het nodig geacht bescherming tegen een Mullis seminar te verkrijgen en - onfortuinlijk genoeg - heeft Dr. Ross Johnson, die niet langer bij Glaxo werkzaam is, hem toch uitgenodigd.

Ik moet melden dat de reacties op dit aanbod overweldigend zijn geweest. NeimanMarcus heeft er zelfs voor gekozen dit aanbod in hun beroemde Kerstcatalogus op te nemen. Dus bleef ik doorgaan mijn meningen bij ieder forum te verkondigen zodra ik daartoe de gelegenheid kreeg.

Het is echter nog niet te laat. Ieder redelijk aanbod wordt geaccepteerd als u een persoon of organisatie mijn stilzwijgen cadeau wilt doen.

NOOT: Dit aanbod geldt niet voor familieleden of werknemers van Kary Mullis, die gedoemd zijn te luisteren naar wat ik te vertellen heb. *

 

Laatste artikelen

Child Sacrifice and Trafficking in Holland, and Abroad: An Eyewitness Comes Forward and Names her Torturers
  Child Sacrifice and Trafficking in Holland, and Abroad: An Eyewitness Comes Forward and Names her Torturers Posted on May... meer >

Psychiatriebijbel dient vooral farmaceutische industrie
Psychiatriebijbel dient vooral farmaceutische industrie De psychiatriebijbel en de ziektereligie die ermee wordt verspreid di... meer >

Wetenschap beperkt door (onjuiste) vooronderstellingen? (video)
'Beoefening van wetenschap wordt beperkt door aannames' (video) donderdag, 21 maart 2013      Veel onderzoekers ne... meer >